Ik heb naast betaald werk altijd vrijwilligerswerk in Zuidoost gedaan!

Lotta Ruskamp, voorheen journalist en voorlichter, onder andere in Suriname, zette zich de afgelopen decennia volop in voor de buurt: ze deed diverse activiteiten voor kinderen, gaf onderwijsbegeleiding, was voorzitter van bewonersvereniging Gravestein en redde er samen met anderen de collectieve ruimte inclusief de bar. Nog steeds geeft ze advies hier en daar. ‘Zolang ik het kan doen, wil ik een bijdrage leveren.’

door Martine van der Horn

Lotta koos in 1986 bewust voor de Bijlmer omdat ze graag in een multi-culturele setting wilde wonen. Ze kwam terecht op de tweede etage van Gravestein (toentertijd Gliphoeve 2), bij portiek A, aan de voorzijde van de flat in de G-buurt. Lotta herinnert zich die begintijd nog goed. ‘Gliphoeve 2 was echt een probleemflat, met drugsverslaving voorop maar er is ook veel moois en veel creativiteit uit voortgekomen.

Renovatie

Uiteindelijk kwam het tot een drastische renovatie waarmee Gliphoeve in twee delen werd gesplitst: Geldershoofd en Gravestein. Ik heb de wijk zwaar zien verbeteren in de loop der jaren. De drugsproblematiek kwam onder controle. Het rotzooi maken in de gebouwen en berghokken verdween.’

Suriname

Suriname zit verweven in Lotta’s leven. Al haar banen hadden er een connectie mee. ‘Van maart 1969-1974 heb ik in Suriname gewoond en gewerkt. Ik was een van de weinigen die ingehuurd werd door een Surinamer. Anders gezegd: ik kwam niet op contractbasis. Ik ging voor zijn radiostation en krant werken.’ Daarna is Lotta in Surinaams-Nederlandse kringen blijven werken. ‘Ik heb nog een halfjaar gefreelancet als journalist, en ging vervolgens bij Welsuria aan de slag, een welzijnsinstelling voor Surinamers in Amsterdam. Ik heb daar zo’n kleine tien jaar gewerkt. Aansluitend werd ik directeur van het Tolkencentrum Amsterdam, gevestigd in Amsterdam en later kwam ik in Den Haag terecht, als beleidsmedewerker minderhedenbeleid.’

Vrijwilligerswerk

Lotta heeft naast haar banen altijd vrijwilligerswerk in Zuidoost gedaan. ‘Ik heb consequent aan projecten in de buurt gewerkt en ik heb het ook altijd normaal gevonden om dat te doen.’ Lotta zat in diverse advies- en beleidsoverleggen, was een aantal jaren bestuurslid van de kinderboerderij, organiseerde film- en leesclubjes voor kinderen, werkte samen met huiswerkbegeleiding, schreef voor de Gravesteinkrant. Lotta: ‘Ik schreef elke keer een verhaaltje rond een bepaald dier op de kinderboerderij, over de kameel, het varken, het schaap. Dat werd enorm veel gelezen.’

Exposities

Lotta heeft zoveel gedaan dat ze het zelf niet meer allemaal weet. Daarna somt ze toch nog een paar dingen op: ‘De samenwerking van de G-buurt met het winkelcentrum heb ik ook van de grond gekregen. En in Gravestein hadden we jarenlang een bar. Die ging begin 2000 roemloos ten onder door de drugsproblematiek in de bar en de directe omgeving. De hele collectieve ruimte inclusief de bar werd gesloten door de burgemeester. Toen heb ik me ingezet om de bar weer open te krijgen en te behouden voor de flat.’ Ze kijkt uit het raam: ‘Ik heb ook aan diverse exposities meegewerkt waar Surinamers schilderijen en beeldhouwwerken konden exposeren in Zuidoost.’

Nodig

Op de vraag wat er nodig is voor Zuidoost heeft Lotta meteen een antwoord. ‘Het belangrijkste is dat de achterstand op het gebied van het onderwijs weg wordt gewerkt. Daar valt ook onder: de uitval op de middelbare school en de jeugd die daardoor dreigt af te glijden.’ Ook is het volgens Lotta nodig om onderwerpen in de taboesfeer meer bespreekbaar te maken. Lotta denkt aan: drugsproblematiek in de gezinnen, afhankelijkheid van een uitkering en de toch wel polariserende discussie over zwart-wit.

Gesprekken

‘Voor de begeleiding van dat soort gesprekken moet je goede mensen hebben,’ zegt Lotta. ‘Bijvoorbeeld oud-leraren die gewend zijn met jongeren te praten. Helaas zijn er problemen om mensen te vinden die de gesprekken willen begeleiden.’ Lotta heeft zelf veel van dat soort gesprekken begeleid. ‘Mijn bekendheid binnen de Surinaamse gemeenschap heeft mij gebracht dat zij mij heel erg beschouwen als een van hun.’

 Contact

Daarnaast vindt Lotta dat er in Zuidoost meer en direct contact met de buren nodig is. Hoewel ze wel moet zeggen dat dat door corona enigszins is verbeterd. Ook zouden er wel meer serieuze activiteiten bij kunnen. Een wens van haar is nog steeds om kleine gespreksgroepen te vormen en daarin moeilijk te bespreken kwesties in de buurt aan te kaarten. 

Wens

Voor de G-buurt zou ze een goed bewonersplatform wensen die de verschillende onderdelen van de buurt vertegenwoordigen, die contacten met het stadsdeel én met platforms in andere stadsdelen onderhoudt, die de problematiek aankaart en die komt met belangrijke actieplannen. Lotta: ‘Het moet een actieve groep zijn. Anders krijg je de situatie dat er over hen beslist wordt.’

Geleidelijk

‘Ik zou ook graag zien dat mensen die later in de G-buurt zijn komen wonen, meer bij het overheidsbeleid en de buurtactiviteiten worden betrokken. Het zou een wat betere geïntegreerde wijk moeten worden. Maar ik ben er niet voor om er beleid op te zetten. De ervaring leert: integratie gaat geleidelijk.’

 Bijdrage

Zou Lotta nog een bijdrage kunnen leveren aan een goed platform voor de G-buurt? ‘Ik kan kijken wat ik kan doen. Want het is echt noodzakelijk wil je verder komen in deze buurt.’

Het mooie is dat Lotta – inmiddels op haar adres in woon-zorgcomplex Eben Haëzer – nog altijd per e-mail en telefoon benaderd wordt voor gesprekken en adviezen over Zuidoost en de G-buurt!
Deel dit bericht op social media
Zuidoost&Meer

GRATIS
BEKIJK