Bijlmer Pioniers: Toon Borst – [1974 – heden]

Toon Borst

In Bijlmer Pioniers leest u de verhalen van de mensen die zich op een bijzondere wijze, in de Bijlmergeschiedenis, hebben ingezet voor de gemeenschap en de opbouw van dit stadsdeel.

Van buurtwerker naar Muntenman
Wie ervan houdt lekker door Zuidoost te fietsen of met de kinderen naar boerderij ‘t Brinkie te gaan, is deze vrolijke man zeker wel een keer tegengekomen op zijn fiets met de melkbus vol met munten voor het goede doel. Je zou bijna denken dat het wiegje van deze vrolijke Toon Borst in de Bijlmer heeft gestaan, want door zijn hele lange staat van dienst als buurtopbouwerker is hij niet meer weg te denken uit dit deel van Amsterdam.  Toon Borst werd echter geboren in het dorp Groenendijk-Hazerswoude en kwam in de jaren zestig, door het vrijwilligerswerk dat hij in de zomervakanties deed, terecht in Amsterdam. In 1968 werd hij opbouwwerker op het woonwagenkamp “De Rolleman”, in West, maar door onenigheid veranderde zijn leven zeer plotseling. Hij besloot zijn expertise op een andere plek in de stad in te zetten. In 2016 won Toon Borst de titel “Amsterdammer van het jaar” voor al zijn inzet in Amsterdam-Zuidoost en voor verschillende nationale en internationale goede doelen.

Toeval
“Ik was net ontslagen, raakte overspannen en verbrandde alle schepen achter me. Ik wilde op nieuw beginnen en vrienden van mij, die toen in de flat Dennenrode woonden, wilden mij opvangen in een klein slaapkamertje. Aanvankelijk voelde ik mij behoorlijk ontheemd, maar al snel ging ik in de Bijlmer als vrijwilliger bij de ‘voddenrapers van Abbé Pierre aan de slag en ben daarna op 1 oktober 1974 als buurtwerker bij PLENIX aangesteld voor de E & G buurt.

Ik kreeg daar fijne nieuwe collega’s en leerde ook ‘de buren kennen’, de medewerkers van de toenmalige Beheersraad waar Emile Esajas, André Antonius, Iwan Dubois, Leo van Sprang onder andere deel van uitmaakten. Er waren dan ook wel medewerkers van Plenix die verbaasd waren dat ik op de allereerste dag daar al naar binnen liep, maar dat was voor mij heel normaal gezien het feit ik eerder voor stichting Buitenlandse Werknemers had gewerkt.

Waar ik in mijn beginjaren in de Bijlmer wel tegenaan liep, was de grootschaligheid, het ontbreken van voorzieningen en het feit dat er per woningbouwvereniging verschillende eisen aan de huur werden gesteld.”

Krakers from Bemre
“Het was 1974 en de periode van de kraakacties in de flats waarbij ook medewerkers van de Beheersraad betrokken waren. Roy Brown, medewerker van de Beheersraad en tevens mijn ‘buurman zei: “Toon, jij bent onze buurtwerker en we verwachten van je dat je volgende week ook meegaat voor een actie in het Stadhuis. Ik was er klaar voor en stapte met de ‘Krakers from Bemre’ in de bus. Bij de ingang van het Stadhuis stopte Roy mij een stapel flyers in mijn handen en dicteerde: “als we binnen zijn, spring jij rechts over het hekje en ik links en dan delen we die flyers uit aan de raadsleden, daarna aan de Wethouders en treffen we elkaar bij de Burgemeester. Het leverde een apart tafereel op. De reactie van één van de raadsleden vergeet ik nooit: “maar Toon, wat doe jij hier?” Waarop ik mijzelf nog hoor antwoorden: ”weer eens wat anders dan woonwagenwerk.”

Driemaal M
“Het magische van dit stadsdeel is, volgens mij al zo’n vijftig jaar, het samenwonen met mensen uit allerlei cultuurpatronen. Sinds 35 jaar hanteer ik voor mezelf de leuze van de 3 M’s: de M van Micro, de M van Milieu en de M van Multi-etnisch. De eerste M staat voor kleinschaligheid en heeft betrekking op de diversiteit in het dagelijkse leven van jouw eigen straatje of buurtje. De tweede M heeft betrekking op jouw eigen woonmilieu, woonomgeving en wat je daar als bewoner zelf aan doet. De laatste M heb ik in 1987 -1990 meegekregen van mijn leermeester Henry Dors van de PVDA. Hij ‘onderwees ‘af en toe in raadsvergaderingen dat we onze zienswijzen, op verschillende vlakken, voortdurend zouden moeten toetsen aan een ‘multi-etnisch perspectief. Wij vonden het veertig jaar geleden dan ook gewoon dat er op de basisschool de Blauwe Lijn al allerlei gekleurde Pieten rondliepen. In dit deel van Amsterdam hebben wij een enorme voorsprong als het gaat om dit onderwerp.”

De vorige pionier, Agartha Frimpong, wilt weten hoe jij je als bewoner uit Zuidoost zou willen inzetten om andere bewoners te helpen?
”’In de beperking toont zich de meester’, leerde ik inmiddels alweer jaren geleden. In mijn eigen buurtje onderhouden wij al 15 jaar ons plantsoentje zodat alle bewoners ervan kunnen genieten. Met de muntenactie, die jaarlijks zo’n dertig duizend euro opbrengt, brengen mijn maatje Bert Bronkhorst en ik tot plezier van kind en dier een extraatje binnen voor alle kinderboerderijen in Amsterdam en omgeving, de Z! Amsterdam krant, de Regenboog Groep en internationale kinderprojecten. Daarnaast bieden wij via de vrijwilligers van Because We Carry en Movement on the Ground wat extra ondersteuning aan met name de kinderen van de vluchtelingen op het Griekse eiland Lesbos.”

Wat is jouw vraag aan de volgende pionier?
”Er zijn plannen om nog vele duizenden woningen in Zuidoost te bouwen, zodat hier nog tien duizenden medebewoners bijkomen. Wat is jouw advies aan Burgemeester Halsema om deze magische Bijlmer niet alleen in stand te houden, maar ook nog verder te versterken?”

Door Graziëlla Hunsel Rivero

Deel dit bericht op social media

Leave a Reply

Zuidoost&Meer

GRATIS
BEKIJK