Wie kent hem niet? Omoe van toko Kai Hing, de oudste winkel van de G-buurt

Hij opende in 1975 de allereerste winkel op Ganzenhoef en hij werkt er nog elke dag, ook al is hij inmiddels 80. Hij is een markant figuur in de G-buurt: meneer Kai Hing Li. Omoe wordt hij ook wel genoemd, ‘oom’ in het Surinaams, een koosnaampje voor als er een sterke band is met de winkelier. Een man die al 46 jaar generaties samenbrengt in zijn toko Kai Hing. ‘Op zaterdag is het hier net het meetingpoint van CS maar dan voor de Amsterdam Zuidoost (Ganzenhoef)’

door Martine van der Horn

Meneer Kai Hing Li, geboren in het Chinese Shenzhen, laat met trots zijn toko zien. Ondertussen vertelt hij dat hij al vroeg met ondernemen begon. Als oudste in een gezin van zes kinderen hielp hij mee in de winkel van zijn ouders en toen hij later China verliet om in Suriname een nieuw leven te starten en er zijn vrouw ontmoette, werkte hij ook daar in de toko van zijn familie.

Suriname

In 1975 vertrok hij net als veel andere inwoners van Suriname naar Nederland. Een oom in Nederland wees hem op een ruimte in Ganzenhoef. ‘Het was niet de eerste keer dat ik vanuit het niets iets begon, en de buurt groeide dus ik durfde het wel aan om er samen met mijn vrouw een toko te beginnen.’ Hij herinnert zich die tijd goed. ‘In het begin deed ik nog wel eens verkeerde aankopen. Zo kocht ik traditionele Chinese lampen, handgeschilderd en van een bijzonder soort hout, heel mooi, maar het overgrote deel van de mensen hier kwam uit Suriname. Zij zochten producten die ze gewend waren te kopen in hun eigen land en ze waren niet geïnteresseerd in mijn mooie lampen uit China.’ Omoe staat op en wijst naar een hoek boven in de winkel. ‘Kijk, ze hangen er nog steeds. Maar ze zijn nu niet meer te koop, hoor. Het is nu een herinnering aan die tijd.’

Omoe-status

Meneer Li is vader van drie kinderen: twee dochters en een zoon. Ramon, de jongste, die inmiddels zelf ook weer drie kinderen heeft, heeft de zaak van zijn vader een aantal jaren geleden overgenomen. Omoe: ‘Toen Ramon vijf jaar was, hielp hij al mee in de toko. Hij zat op een zak rijst te kijken of er niet gestolen werd. Met acht jaar werd hij bevorderd naar de zeepjesafdeling, naar de verkoop. Geen kinderarbeid, hoor,’ zegt Omoe, ‘het is een vooropleiding.’ Heeft Ramon al Omoe-status zoals zijn vader? Omoe grinnikt. Ramon: ‘Ik blijf eeuwig eerste stuurman. Ik zal nooit kapitein zijn. En dat is niet erg. Wij werken voor de generaties boven ons.’

Roerige tijden

Omoe heeft roerige jaren meegemaakt in Ganzenhoef: ‘Er waren tijden dat we over de junks heen moesten stappen als we ’s ochtends de deur van de zaak gingen openen. Maar we hebben nooit problemen gehad. De buurt heeft ons juist beschermd. Ik weet wat armoede is. Dus als klanten echt geen geld hadden, dan hielp ik ze en een volgende keer hielpen ze mij of ze betaalden later.’

Dat Omoe nog elke dag op zijn tachtigste jaar in de toko te vinden is, laat zijn plezier in het werken zien. ‘Alleen met de coronaperiode heb ik thuisgezeten, veertien maanden lang. Nooit heb ik dat eerder in mijn leven gehad. Ik blijf nog heel lang doorwerken. Ik wil Ramon helpen met de zaak. Vroeger hielp mijn vrouw mij. Nu help ik Ramon.’

Omoe samen met zoon Ramon in de toko

Omoe is er voor de klant. Zijn motto is: ‘Geef mensen wat ze willen’. ‘Als de klant iets wil hebben, dan zorg ik dat het er komt. We hebben een heel breed assortiment: van Antilliaanse en Chinese tot aan Javaanse en Surinaamse producten. We hebben zelfs fietsen en wasmachines in de zaak gehad, die hingen we dan in de lucht. Want als de klant het vraagt, dan bestel ik het. Hier krijg je warme service.’

Het merk Omoe

In de toko staan producten met het merk Omoe erop. ‘Dat zijn onze huismerkartikelen,’ vertelt Omoe. ‘Surinaamse chutney, sambal, tafelzuur in allerlei varianten.’ Is Omoe het merk geworden voor de zaak? Omoe’s ogen glimmen van plezier.

Omoe voelt zich erg verbonden met Amsterdam Zuidoost. ‘Met de buurt, met de bewoners maar ook met de medewerkers die hier werken. Mijn winkel voelt voor veel mensen als een warme deken. En dat is waarvoor mensen hiernaar toe komen.’

Omoe: ‘We hebben heel veel vaste klanten. Het is soms wel de derde of de vierde generatie die in onze winkel komt. Dan weet ik eerst niet wie ze zijn maar als ik doorvraag kom ik er vaak wel achter dat ze de achterkleinzoon of achterkleindochter van een klant van me van vroeger zijn. Er liggen hier heel veel herinneringen. Het is nostalgie en traditie om terug te komen naar hier of naar de zaterdagmarkt. Veel kinderen van de oudere generatie zijn vertrokken, maar ze komen dus altijd weer terug voor familie of voor de markt.’

Omoe haalt veel eenzaamheid voor ouderen weg. Soms komen ouderen hier wel vier keer op een dag. Telkens met de vraag: ‘Omoe, ik heb dit nodig, kun je me helpen?’ Omoe: ‘Ik vind het leuk om ze te helpen, geef ze aandacht en er is echt een band tussen mij en de klant.’

Toko Kai Hing, de oudste winkel van de G-buurt

Huiskamergevoel

Hebben Omoe en zijn zoon er wel eens aan gedacht om de winkel te moderniseren? Omoe schudt zijn hoofd. ‘Onze klanten willen een huiskamergevoel. Ik ben de kruidenier om de hoek. Dat is een stukje nostalgie dat we bewaren en bewaken. Dit wat hier gebeurt, dat zie je niet vaak. Vaak worden bedrijven groter. Dit is een stukje onmogelijke situatie. Voor ons is het een uitdaging om te kijken hoe we toch door kunnen gaan. Het model is achterhaald maar we hebben de steun vanuit de buurt. Het bestaansrecht komt van de klanten. We gunnen het elkaar. Het is een secret formule.’

‘De hele wereld verandert, anno 2021, maar wij zijn nog steeds zo, we zijn dezelfde gebleven. Het is uniek, in zo’n turbulente regio, en met constant veranderende economische belangen.’ Omoe verwijst naar een Chinese tegeltjeswijsheid: ‘Gember wordt alleen maar beter naarmate hij ouder is.’

Toekomst

Als we het hebben over de toekomst van de G-buurt met nieuwe bewoners, hoopt Omoe net als Ramon dat de oude winkeliers en oude bewoners ook een stem krijgen. ‘Ze hebben recht op gelijke kansen op een gelijk speelveld. We hebben veel buurtkennis en we hopen dat in te mogen brengen in de toekomstige visie voor het winkelcentrum en voor de G-buurt.’ Hun diepe wens is om het winkelcentrum in balans te brengen. Dat willen ze samendoen met de buurt want het is te groot voor hen alleen. Omoe verwijst naar de betekenis van Kai Hing. ‘Alleen vooruit, niet achteruit!’

Tot slot vertelt Omoe dat ze mensen van allerlei pluimage in zijn toko hebben ontvangen. ‘In de winkel hebben we wethouders en premiers, junkies en criminelen op bezoek gehad. Ook Kok is lang geweest! Mensen vinden het prachtig om onze winkel te zien en hier te komen. Ook omdat we zo’n stabiele rots in een onstuimige omgeving zijn.’

 

Deel dit bericht op social media
Zuidoost&Meer

GRATIS
BEKIJK