Jim van der Vennen is voorzitter van de Standhouders Vereniging op het Kwaku Summer Festival. Al 28 jaren bezoekt hij Kwaku. Wij spraken hem over de zesde editie van het vernieuwde Kwaku Summer Festival.
Jim, wat is het voordeel om een stand te hebben op het Kwaku Festival?
‘‘Het is een soort verslaving. Als je er eenmaal hebt gestaan weet je hoe dat voelt. Er heerst een gemoedelijke sfeer, de faciliteiten zijn goed geregeld en er komt een bijzonder publiek. Voor de ondernemers kan het soms ook interessant zijn qua omzet. Het is namelijk zo dat wanneer je niks verdient, je het jaar daarop ook niet meer terugkomt. Tijdens Kwaku vind je een grote afzetmarkt voor je producten of diensten.’’
Welke verschillen zie je tussen Kwakoe en Kwaku?
‘‘Pakweg 10 jaar geleden (Kwakoe) was het allemaal een beetje behelpen. Soms was er geen elektriciteit, een andere keer was er geen watertoevoer. Dat zijn toch essentiële dingen die je als ondernemer nodig hebt op een groot festival. De organisatie was niet stabiel. Tegenwoordig (Kwaku) is het veel beter geregeld. Alle faciliteiten liggen voor je klaar als je komt. Als het regent sta je niet meer massaal in de modder. Het gezelligheidsaspect is sterk verbeterd. Natuurlijk staat er een hek om het terrein, maar dat heeft geen afbreuk gedaan aan de algehele sfeer. Ook de voedselveiligheid is sterk verbeterd en schoner geworden. De Voedsel en Waren Autoriteit controleert daarop. Toiletten zijn gratis, waardoor mensen niet achter de bomen hoeven te plassen. Er loopt beveiliging rond bij binnenkomst en op het festival zelf, waardoor de veiligheid gewaarborgd blijft. Mijn complimenten dus aan de organisatie van Kwaku. Dit mag wat mij betreft ook gezegd worden. Sommige mensen hebben constant een klaagmentaliteit en zoeken alleen maar naar hetgeen waar ze over kunnen klagen. Er zijn enorm veel dingen die sterk verbeterd zijn en ik vind dat je die ook moet benoemen.’’
Stel dat jij het voor het zeggen had op Kwaku. Wat zou je dan nog willen verbeteren?
‘‘De Parboflessen zullen verdwijnen op Kwaku. Dit is niet een wens van de organisatie, maar beleid van de overheid om glaswerk te verminderen tijdens festivals. Dit geldt dus voor heel Amsterdam. Het typische karakter van zo een Parbofles zou ik niet willen laten verdwijnen. Ik hoop dat er inspanningen gepleegd kunnen worden om dit door middel van een gedoogbeleid, of zoiets, te kunnen behouden. Men zou bijvoorbeeld kunnen toestaan dat het Parbobier op de terrasjes bij de ondernemers wel mag blijven staan, maar dat het niet verkocht mag worden om er mee rond te lopen tussen het publiek. Daarnaast zou ik nog twee extra vrijdagavonden willen. Kwaku gaat dan van tien naar twaalf avonden. Dat betekent dat we elk weekend ook op vrijdagavond geopend zijn. Nu is het nog maar tijdens twee van de vier weekenden. De faciliteiten liggen er al, dus het kan zo ingevoerd worden.’’
Wat betekent het Kwaku Summer Festival voor Amsterdam?
‘‘Kwaku is groter dan Amsterdam. Wat betekent Kwaku voor Nederland? Wat betekent Kwaku voor de Surinamers in Nederland? Kwaku is een plek waar we elkaar ontmoeten. Kwaku zal er altijd blijven. Het is een plek waar Surinamers van over de hele wereld bij elkaar komen. Het is een plek van gezellig samen zijn. Het is een plek waar diverse culturen elkaar vinden. En ik denk dat Kwaku, dat begonnen is als Surinaams feest, een groot multicultureel festival gaat worden. Je ziet nu al veel Molukkers op het festival en ook veel Afrikanen. Daarmee laten we zien, als Amsterdam-Zuidoost, hoe gastvrij en tolerant wij zijn. Zo zou het in de hele samenleving moeten zijn. Iedereen is welkom. We proeven eten van elkaar. En iedereen die zich gewoon gedraagt zal er een goede tijd hebben. Veel festivals zijn toegankelijk vanaf 18 jaar en ouder, maar hier kun je gewoon met je kinderwagen rondlopen.’’
Hoe verloopt de samenwerking vanuit de Standhouders Vereniging met de hoofdorganisatie?
‘‘Die gaat prima. We werken al vanaf 2013 samen met ze. Natuurlijk zijn er weleens regels die niet in een ieders straatje passen. Maar sommige dingen zijn opgelegd door de overheid en daar moet iedereen zich dan aan houden. Tegelijkertijd valt er met de organisatie altijd te praten over hoe we dingen zo draaglijk en comfortabel mogelijk kunnen maken. De standhouders en de organisatie staan aan dezelfde kant. We willen namelijk een zo goed mogelijk festival neerzetten voor ons publiek. De basishouding is dus dat we naast elkaar staan en niet tegenover elkaar. De deur staat altijd open. Als het om logistieke zaken gaat spreken we met Jacco van Sandijk. Als het om programmering gaat praten we met Ivette Forster en Vincent Soekra. Gaat het om vergunningen dan moet je bij Frans de Vries zijn. Ze zijn makkelijk toegankelijk en een gesprek is zo geregeld.’’
Wat zijn jouw 3 favoriete dingen aan Kwaku?
‘‘Nummer één is de algehele sfeer. Er is een ongedwongen en ontspannen sfeer. Het is een ontspanningsoord. Nummer twee is de programmering. Er komen elk jaar best grote artiesten naar Kwaku. En tot slot de diversiteit aan mensen. Verschillende culturen ontmoeten elkaar.
Kortom, er is altijd wat te doen en er lopen veel mooie mensen rond.’’
Heb je nog een oproep aan bezoekers van Kwaku?
‘‘Ja, kom gewoon gezellig langs. Neem vooral veel vrienden en familie mee. Introduceer ook mensen die nog nooit geweest zijn. Doe mee en kom van alles proeven. En tegen de criticasters zou ik willen zeggen: kritiek mag, maar doe het wel op basis van feiten en niet op basis van meningen en negatieve emoties. Zo maken we Kwaku nog mooier en grootser voor de gemeenschap.’’
Door Ian van der Kooye, foto: Jim van der Vennen (links), voorzitter van de Standhouders Vereniging op het Kwaku Summer Festival, samen met Giovanni Fränkel (rechts), directeur van Bijlmer&Meer.
