GroenLinks-raadslid Simion Blom wil het ongelijke speelveld in Nederland rechttrekken. De nummer 21 op de kieslijst zet zich in voor gelijke kansen. Met lef.
De eerste keer dat hij GroenLinks benaderde was toen een ongedocumenteerde man vanuit een flat naar beneden sprong in Zuidoost. De man werd opgejaagd door de politie. Dit leidde tot demonstraties waarbij honderden mensen zich op straat verzamelden. Simion belde GroenLinks om actie te ondernemen. “Ze hebben me uitgenodigd en GroenLinks heeft toen een informatieboekje voor ongedocumenteerde mensen verspreid met daarin hun rechten en contactgegevens van hulpaanbieders. Daarna ben ik gaan schrijven voor het ledenblad van GroenLinks.”
Simion stapte vervolgens de politiek in om een grotere bijdrage te leveren aan de samenleving. De worstelingen van bewoners in zijn woonplaats Kraaiennest motiveerden hem om zich in te zetten voor gelijke kansen. “Ik kan niet accepteren dat mensen te maken hebben met ongelijkheid. Ze willen hun potentie benutten, onderwijs volgen en financieel rond kunnen komen, maar dat gaat nu nog niet goed genoeg. Het is van belang om obstakels te benoemen en te communiceren aan instituten, instanties, politieke partijen en overheden die daar een rol in spelen zodat we kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van Nederland.”
Amsterdamse liefde
De Tweede Kamer mist Amsterdams lef, volgens Simion. Dat ‘klontje Amsterdam’ wil hij introduceren in Den Haag. “Het lef dat we in Amsterdam tonen om onze identiteit te vieren op een vrije manier. Ik voel me bijvoorbeeld het meeste Nederlands tijdens Keti Koti, wanneer ik mijn achtergrond, mijn geschiedenis, kan uitdragen met trots. En ook tijdens de Pride, waar honderdduizenden mensen voor naar Amsterdam afreizen omdat ze een klontje Amsterdamse liefde willen ervaren.”
Natuurlijk wil hij met een positie in de Tweede Kamer ook de huidige problematiek aankaarten op het gebied van de toenemende ongelijkheid in onder andere het onderwijs, op de arbeids- en woningmarkt en in de gezondheidszorg. “De recente toeslagenaffaire laat de ongelijkheid in de samenleving heel goed zien. Maar die ongelijkheid concentreert zich in wijken zoals Zuidoost en dat moeten we benoemen. Dit is geen slachtofferschap. Ik ben juist zo trots om die veerkracht van mensen te zien: ondanks alle obstakels staan we er. Niemand kan om ons heen. En wat als die drempels er niet meer zouden zijn zodat iedereen zich kan ontwikkelen vanuit zijn eigen potentie en identiteit?”
Emancipatie in Zuidoost
Eén van die drempels betreft de economie in Zuidoost. In dit stadsdeel wordt per vierkante meter het meeste geld verdiend in Nederland. Momenteel verdwijnt dit in de zakken van anonieme aandeelhouders. Simion diende samen met zijn collega’s uit de coalitie een initiatiefvoorstel in voor Community Wealth Building. “Dit is een lokale economie die gericht is op het ‘wij-denken’ in plaats van het ‘ik-denken’. We willen een wij-economie waarin geld dat in Zuidoost wordt verdiend lang blijft circuleren in het stadsdeel. Geef formele en informele ondernemers in Zuidoost bijvoorbeeld een voorkeurspositie bij de inkoop zodat ze geld kunnen verdienen.” Daarnaast wordt er ook gedacht aan investeringsfonds met microkredieten voor lokale ondernemers en een incubatorproject waarbij toekomstige ondernemers worden begeleid.
Verder blijft Simion zich bezighouden met de komst van het Nationaal Slavernijmuseum dat het verhaal gaat vertellen van de geschiedenis van Afrikanen, de slavernijperiode en ook dat van
veerkracht, emancipatie en solidariteit. “Hoe komt het dat we een eenzijdig beeld hebben van Afrikanen en wat doet het met ons vandaag de dag? Ik ben heel blij om te zien dat het Nationaal Slavernijmuseum is omarmd, zodat we onze kinderen kunnen aanmoedigen om te blijven vechten tegen racisme en vóór mensenrechten.”
Met de Tweede Kamerverkiezingen voor de deur maakt Simion zich hard om dat klontje Amsterdam en het stukje Zuidoost dichterbij Den Haag te brengen. “Want ondanks de problemen en spanningen die er soms zijn, is Amsterdam toch een voorbeeld voor de rest van Nederland als het gaat om tolerantie. Met meer dan 170 nationaliteiten en onze Amsterdamse directheid. Het wordt tijd dat wij onderdeel gaan uitmaken van de Haagse politieke cultuur.”
